Nederland staat aan het begin van een gigantische energietransitie. We moeten zo snel mogelijk van het gas af, vindt klimaatminister Wiebes. Maar hoe ging dat vijftig jaar geleden in zijn werk, toen de kolen in de ban gingen en we voor de verwarming van onze huizen massaal op gas overstapten?
Anders dan vijftig jaar geleden
Wat deze energietransitie totaal anders maakt dan de vorige is het milieumotief. De fossiele brandstoffen raken op, verdere CO2-vervuiling moeten we een halt toeroepen en inmiddels zijn we ook gevoelig voor de gevolgen van de gaswinning in de noordelijke provincies. Hoe anders begin jaren zestig toen het aanboren van Nederlands gas onze vaderlandse economie vleugels gaf en het wonen opeens stukken comfortabeler werd.
Ik was een jaar of zeven toen mijn ouders het plan opvatten om ook ‘cv te doen’. Ze hadden het niet over afscheid nemen van kolen, hoewel dat onlosmakelijk verbonden was aan deze keuze. Nee, er lonkte vooral iets beters. Het toverwoord luidde cv! Het was schoner, comfortabeler en makkelijker. Je hoefde niet langer tijdens koude winterdagen naar de schuur om de kolenkit te vullen. Je kreeg geen zwarte handen, geen vieze kachel en met roet beslagen ruitjes.
Ook de schoorsteen werd gesloopt
Zo verdween ergens in 1972 de kolenkachel uit ons huis. De ruimteverslindende schoorsteen werd meteen gesloopt. Ik herinner me nog dat het halve gezin – en geloof me, dat waren véél handen – werd ingeschakeld om het puin af te voeren, dat mijn vader zorgvuldig met een vuisthamer wegbikte. In de voor huidige begrippen nauwe doorzonkamer kregen we er zeeën van ruimte voor terug. Eind dat jaar prijkte de kerstboom waar het jaar daarvoor de kachel snorde.
Waarom nieuwbouw zonder gas?
Wekenlang waren een paar schnabbelaars in hun vrije tijd bezig om ons nog relatief jonge nieuwbouwhuis van een cv-systeem te voorzien. Je vraagt je nu af waarom het huis, gebouwd in 1967, toen al niet meteen op het gasnet werd aangesloten. Net zoals we nu besluiten om in nieuwbouwwijken voortaan gasloos te bouwen.
Tijdens de energietransitie een halve eeuw geleden verdween er meer. De oliekachel in de keuken was niet meer nodig, dus de olietank buiten aan het scheidingsmuurtje met de buren kon worden gesloopt. En het tweepits gaskomfoor, met de blauwe butaanglasfles keurig weggewerkt achter een gordijntje, verdween naar de schuur. Het zou nog jarenlang dienst doen om eind december oliebollen te bakken.
Stoofpeertjes
De vier pitten van het nieuwe gaskomfoor waren ook voor een groot huishouden genoeg, maar mijn moeder hield nog tientallen jaren een emaillen petroleumstel bij de hand. ‘Zo lekker makkelijk voor de stoofpeertjes’, maar heimelijk koesterde ze dit vertrouwde toestel voor het geval het gas plotseling op zou zijn. Veel ruimtewinst gaf het allemaal niet, want er kwam natuurlijk een koelkast voor terug.
Wat niet verdween waren de bloemen op de ruiten na een ijskoude winternacht. Er kwam weliswaar cv in het hele huis, maar de ramen bleven enkelglas en de muren werden niet geïsoleerd. Dat was de zorg voor de volgende bewoners.